Hoewel tafelspitz tegenwoordig een van de populairste Oostenrijkse gerechten is, was dit sappige gekookte kalfsvleesgerecht ooit alleen voorbehouden aan de heersende klasse en was het het lievelingsgerecht van keizer Frans Jozef I. Volgens het keizerlijke kookboek uit 1912 was tafelspitz standaardkost aan het hof en "zijne Majesteit's privétafel was nooit zonder een fijn stuk gekookt rundvlees." De naam tafelspitz (letterlijk een punt [vlees] voor de tafel) verwijst naar een stuk van de bovenkant van de achterkant van de koe net onder de staart, hoewel sommige koks liever een bovenste ronde of chuck gebruiken voor dit gerecht, terwijl het rijkste en sappigste vlees afkomstig is van een beenstuk dat beinfleisch wordt genoemd. Ongeacht het stuk, wordt het vlees altijd langzaam gekookt met wortelgroenten. Er kunnen ook wat stukjes kip en een mergpijp aan het mengsel worden toegevoegd en de pan wordt constant afgeschuimd, wat resulteert in een kristalheldere bouillon. Traditioneel wordt tafelspitz in aparte gangen gegeten: eerst komt de bouillon die warm wordt geserveerd in bouillonkopjes, gevolgd door malse plakjes rundvlees, meestal geserveerd met aardappelen, wortelen en een romige saus van appel, mierikswortel en bieslook.
Wees de eerste die Tafelspitz beoordeelt!
Jouw smaakervaring telt! Deel je beoordeling en help andere fijnproevers dit gerecht te ontdekken.
Ontdek Meer
Ontdek nieuwe culinaire ervaringen