Roti canai

Roti canai is een traditioneel gebakken platbrood gemaakt van bloem, water, eieren en vet van Indiase oorsprong, maar voornamelijk geassocieerd met Maleisië en omliggende landen zoals Indonesië, Brunei en Thailand. Het deeg voor roti canai wordt herhaaldelijk gevouwen, zodat het eindproduct een gelaagde textuur, een zachte binnenkant en een knapperige buitenlaag heeft. Het meest voorkomende vet dat wordt gebruikt in roti canai is ghee, de traditionele Indiase geklaarde boter. Er wordt aangenomen dat het gerecht is ontstaan in India toen de Indiase arbeiders die naar Maleisië migreerden het recept en de traditie van het bereiden van dit knapperige gebakje meebrachten naar het buitenland. Meestal wordt het puur geserveerd in zijn traditionele ronde vorm, als begeleiding bij curry's. Het kan apart worden geserveerd of in stukken worden gescheurd en gemengd met de curry. Roti canai wordt echter vaak geserveerd als het hoofdgerecht, vergezeld door verschillende hartige en zoete vullingen en ingrediënten. Als er extra vullingen worden toegevoegd, wordt roti canai meestal gevormd tot rechthoeken. In Maleisië kun je bijvoorbeeld verschillende soorten roti canai vinden, die worden onderscheiden door het type vulling - ei, ui, ei en ui, banaan, sardines, margarine en suiker, Maggi instant noedels, kaas, groente en varkensvleesvulling zijn enkele van de vele die verkrijgbaar zijn. Roti canai hoeft echter geen vulling te hebben, maar alleen een topping, zoals gebakken eieren, curry, bonen, linzen en koffiebonen. Maar martabak, een dikke roti gevuld met vlees, eieren, uien en kruiden, is waarschijnlijk het bekendste type roti canai. Behalve in Maleisië is het ook te vinden in Saoedi-Arabië, Jemen en een paar andere landen. Behalve in Maleisië is een zeer vergelijkbaar type platbrood te vinden in Singapore, waar het roti prata wordt genoemd. Dit knapperige brood wordt meestal verkocht door straatverkopers die mamaks worden genoemd.